Na hun vestiging in de Hinthamerstraat gingen de ZUSTERS VAN LIEFDE VAN TILBURG oude vrouwen en meisjes verplegen in dit gesticht, dat niet ver van het Antoniushuis lag. Het huis was van het Stadsarmbestuur, dat de huishouding betaalde. De zusters zorgden hier later ook voor moeilijk opvoedbare kinderen en hadden er een internaat voor kinderbescherming. Ze verlieten het gebouw in 1958. Van binnen is het geheel gewijzigd voor bijzondere huisvesting. Het huis uit 1854 telt twee bouwlagen. De tamelijk gesloten gevel is gedeeltelijk geblokt gepleisterd. Het complex is L-vormig. In het portaaltje aan de Schilderstraat het jaartal. De zijgevel uit circa 1930 heeft getoogde ramen, een travee is blind. Het schilddak is belegd met verbeterde Hollandse pannen. Er is een terracotta tegel van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand met de tekst: Bescherm ons gezin. | 522 |
InleidingHuize St. Agnes is gelegen op de hoek van de Schilderstraat/Zuid-Willemsvaart. De geschiedenis van het gebouw dat er al meer dan 150 jaar staat is geheel verweven met die van de Godshuizen en de Congregatie van de Zusters van Liefde.Het L-vormige gebouw was van 1843 tot 1848 onderdeel van een glasfabriek. Het bedrijf was door de compagnons Mivion/Van der Ven opgericht. De heren Mivion en Van der Ven bezaten als onderdeel van hun bedrijf ook het Huis Ganzenpoort (nu Hinthamerstraat 164) en de achter dit poortgebouw liggende woninkjes. In 1848 ging het bedrijf failliet. In 1853 werden de gebouwen en gronden verkocht. De Godshuizen verwierven de twee grote fabrieksgebouwen op circa 2000 m² grond. In de glasfabriek kwam de Bank van Leening, die namens de Gemeente door de Godshuizen vanaf 1854 werd beheerd. De glasslijperij werd omgebouwd tot Armengesticht voor vrouwen en meisjes. De andere gebouwen en de gronden worden in 1853 door de Congregatie van de Zusters van Liefde uit Tilburg gekocht. Daar bouwden de Zusters hun klooster en scholen. (zie de plattegrond van 1894 hierna). Het Armengesticht voor Vrouwen en Meisjes vanaf 1855Het Armengesticht voor vrouwen en meisjes wordt beheerd door de Congregatie van de Zusters van Liefde, van Onze Lieve Vrouw Moeder van Barmhartigheid. Deze Congregatie gaat de zorg dragen voor arme vrouwen en weesmeisjes en jongens beneden de zeven jaar. Er wordt een zorgovereenkomst gesloten tussen de ´Godshuizen´ en de ´Zusters van Liefde uit Tilburg´.1 Deze Zusters hebben vanaf 1852 hun klooster op het Hinthamereind, in het St. Antoniusgesticht. Sinds de straatnaamverandering van 1909 is het adres Hinthamerstraat 164, tegenover de St. Jacobskerk. Het Armengesticht opent de deur op 6 april 1855 op de hoek Schilderstraat/Zuid-Willemsvaart.In de Kroniek van de Zustercongregatie staat het volgende opgeschreven over het begin van de werkzaamheden, in 1855:
´Weldra vermeerderde het aantal leden der Communauteit aanmerkelijk, daar men zich ging belasten met de opvoeding van verlaten kinderen, halve weezen en weezen die te jong of te oud waren om in het reeds lang bestaande R.K. Weeshuis te kunnen worden opgenomen en tevens met de verzorging van oude vrouwen. Zr. Jacoba (Vosters), gewezen overste van het St. Annagesticht te Delft, werd als hoofd aangesteld bij de ouden van dagen, reeds 63 in getal en Zr. Seconda (Middelweerd) bij de kinderen,19 in getal´.
Een aantal jaren later staat vermeld:
´In het einde van 1860 tot in het begin van 1861 werden de omstreken van Den Bosch en de stad zelf door een schrikkelijke watersnood geteisterd. (…). Op de slaapzaal der weeskinderen werd een gedeelte afgezonderd om de Zusters te logeeren die over dag in de huishouding behulpzaam waren´.
Dat was de periode dat vanuit het Armengesticht van dezelfde Congregatie in Kerkdriel een aantal Zusters en hulpbehoevenden naar hier werden geëvacueerd. In 1880 verbleven er 37 weesmeisjes en 52 oude vrouwen in het Armengesticht, in 1890 waren er 60 weesmeisjes en 66 vrouwen en in 1900 waren de aantallen resp. 48 en 68.2 Op deze kadastrale kaart zien we het Armengesticht (kadastraal nummer 2671) en de Bank van Leening (3205) met de directeurswoning (3725). De magazijnen van de glasfabriek waren in 1855 al omgebouwd tot directeurswoning. Die woning werd in 1938 bij het Armengesticht gevoegd. Het huis wordt anno 2014 liefdevol het ´nonnenhuis´ genoemd. Verder zien we de ligging van het klooster, de kapel en de scholen van de Zustercongregatie anno 1894. De Dieze wordt ter plaatse in 1929 gedempt. Nieuwe naam vanaf 1907: St. AgnesgestichtIn de Kroniek van de Zusters worden anno 1906 grote veranderingen aangekondigd:
´Tegen het eind van 1906 vernamen wij dat het Bestuur der Godshuizen besloten had één onzer liefdewerken, het verplegen van oude vrouwen, over te brengen naar een ander Gesticht, staande onder het bestuur ener andere Congregatie, ten einde het weeshuis hier te veranderen en te vergrooten en volgens de eischen der wet in te richten, om aanspraak te kunnen maken op de Rijksbijdrage, aan verpleging van verwaarloosde kinderen toegekend. Groote verslagenheid onder de velen der goede oudjes die reeds jaren in ons gesticht hadden doorgebracht en aan onze Zusters gehecht waren. Velen van haar wenschten nog vóór de verandering hier te sterven en bij eene der vrouwtjes was dat verlangen zoo vurig dat het in een vast vertrouwen veranderde en zij als haar overtuiging uitsprak: ´Ik sterf vóór de verhuizing, ge zult het zien´. Intusschen naderde na maanden van spanning de datum van het vertrek dat op 1 juli 1907 was vastgesteld. Daags te voren hadden alle Zusters in den namiddag afscheid van de goede oudjes genomen, hetgeen zeer roerend was, doch vrouw Jongenburg die sterven zoude vóór het heengaan leefde nog en was even goed als altijd. Onder het afscheid nemen was zij stil bedroefd, maar nog stond het bij haar vast: ´Ik sterf hier´. En inderdaad denzelfden avond overleed zij plotseling. Dat dit sterfgeval op allen een diepen indruk maakte behoeft niet gezegd. – Onmiddellijk na de ontruiming van het huis begon men met de verbouwing van dat gedeelte, waarna de weesjes voorlopig allen daar haar intrek namen en de verbouwing plaatshad van het oude weeshuis. Omstreeks Mei 1908 was alles in orde, de kinderen werden in twee partijen gesplitst, kleinen en grooten, die nu elk haar intrek nam in de keurig verbouwden, voor haar ingerichten vleugel van het huis dat in het laatst van 1908 den mooien naam van ´St. Agnes-Gesticht´ ontving´.
In 1907/1908 werd het Arme Vrouwen- en Meisjesgesticht inderdaad in tweeën gesplitst. Het gesticht voor jonge kinderen en meisjes krijgt een nieuwe naam, Sint Agnesgesticht. De arme oude vrouwen verhuizen en hun tehuis krijgt - op de nieuwe locatie - de naam Sint Annagesticht. Het Agnesgesticht bleef gehuisvest aan de Schilderstraat/Zuid-Willemsvaart. De Zusters van Tilburg bleven de zorg dragen voor wezen, half-wezen, voogdijkinderen en regeringskinderen en nog wat andere jeugd.3 Na basis- en eventueel vervolgonderwijs ontvingen de meisjes in de regel een opleiding als dienstbode om op 21-jarige leeftijd in een dienstbetrekking te kunnen worden geplaatst. Naast de kledinguitzet kregen ze vanaf 1920 bij het verlaten van het gesticht tevens een klein geldbedrag mee.Het Sint AnnagestichtDe arme oude vrouwen werden vanaf 1907 ondergebracht in de Sint Josephstraat nr. 1, in het Sint Annagesticht, náást het Oude Mannen- en Vrouwenhuis dat in de Hinthamerstraat 72 stond, maar waarvan het afgescheiden was. De Congregatie van de Zusters van Barmhartigheid uit Ronse (B) verzorgde de dames. De bejaarde vrouwen werden geacht mee te werken in de huishouding. In dat jaar 1907 verhuisden de mannen en jongens van het St. Josephgesticht naar de Papenhulst en kwam er gelegenheid voor een interne verbouwing van Hinthamerstraat 72/Sint Josephstraat 1.Er ontstond toen ruimte, zoals hiervóór beschreven, voor de arme oude vrouwen uit twee locaties, nl. ± 65 dames kwamen uit de Schilderstraat, uit het Armengesticht en ± 30 dames vanuit het ´Huis van Liefde´ uit de Choorstraat. Dit laatste was een tehuis van de Congregatie van de Zusters van de Choorstraat, Dochters van Maria en Joseph, die sinds 1819 een contract had met de Godshuizen voor de opname van een dertigtal arme vrouwen voor rekening van de Godshuizen. In 1904 bedroeg de jaarlijkse vergoeding ƒ 100,- per persoon, ten laste van het Bedelingsfonds. Vier jaar later liep de bijna 90-jarige overeenkomst tussen de Godshuizen en de Zusters van de Choorstraat ten einde en verhuisden deze 30 dames ook naar het St. Annagesticht. Sint AgnesgestichtWat betreft het St. Agnesgesticht: De kinderwetten van 1901 worden richtinggevend, er worden hier wees- en voogdijkinderen opgevangen. Dat duurt van 1906 tot 1974. In 1906 wordt het St. Agnesgesticht voorlopig erkend door het Ministerie van Justitie en in 1912 volgt de definitieve erkenning.4In 1910 verbleven er 65 weesmeisjes en in 1920 werden 64 voogdijkinderen opgevoed in het St. Agnesgesticht. In 1928 vierde Zuster Casta Pennings haar gouden kloosterfeest. Vijftig oud-weeskinderen van het Agnesgesticht gaven acte de présence en vierden het feest mee. Dertig jaar lang had Zuster Casta bij de weeskinderen gewerkt en voor allen was dit een onvergetelijke dag. Er woonden in 1930 in het Gesticht 44 voogdij- en weesmeisjes. UitbreidingIn 1938 werd het St. Agnesgesticht, het ´weeshuis´, aanzienlijk uitgebreid, want het gebouw bleek veel te klein. Dat had te maken met een steeds toenemend aantal kinderen. Herhaaldelijk bepleitte de kloosteroverste, Moeder Désirée Kruijssen, om aanpassing en uitbreiding van het gebouw. Tenslotte besloot het Bestuur van de Godshuizen om het huis naast het de Bank van Leening, dat bewoond werd door de directeur van die instelling, bij het weeshuis te voegen.Na de nodige verbouwingen en verbeteringen werd de voormalige directeurswoning bestemd voor de oudste meisjes. De inwijding en intronisatie van het H. Hart werd verricht door pastoor van Grinsven van de St. Jacobsparochie, in aanwezigheid van het gehele bestuur van de Godshuizen, de Zusters en alle kinderen, ongeveer 70 in getal.5 De president van de Godshuizen, de Heer Meyring, sprak over een ´gezellig huis, meer dan een gesticht´. Hij memoreerde het vele goeds dat door de Zusters gedaan wordt. Eén der grote meisjes (M. Tromp) vertolkt de dankbaarheid van de kinderen voor de zorg en opleiding die ze genieten. De oorlogsjarenDoor de goede zorgen van de Godshuizen werden vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog twee wachten aangesteld, voor het St. Agnesgesticht, (het weeshuis), en het klooster van de Zusters, (het St. Antoniusgesticht), de heren Van Well en Mulders. Drie jaar lang hebben ze zich kranig van hun taak gekweten.Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de kinderen uitgezonden naar zogenaamde kolonies6, meldt Ester Vink. Maar dat betwijfel ik. Er was een Zuster van de Congregatie die een ´verslag over de bevrijding van onze stad´ schreef.7 Daaruit volgen nu enkele citaten. Over 2 oktober 1944:
´Des nachts om half twaalf begon het vreselijk geknal en gefluit opnieuw. Voltreffers vielen op de gebouwen. We verkeerden in doodsgevaar. Het weeshuis kreeg ook zijn deel. Alle ramen waren aan de voorkant (dit is de kant van de Zuid-Willemsvaart) verbrijzeld, alsmede die van het Patronaat. Een scherf ging door twee muren heen en kwam op de gang terecht, waar men dacht dat het nog veilig was. Gelukkig waren de kinderen in de schuilkelder. Het waren voor de Zusters van het weeshuis zware dagen. Ze kwamen dan ook niet naar voren om te eten, maar bleven bij de kinderen´
(De Zusters bleven dus in het St. Agnesgesticht en gingen niet - via het binnenterrein - naar het klooster in de Hinthamerstraat 164)Over de nacht van 23 op 24 oktober staat geschreven:
´De Zusters bleven met de kinderen in het weeshuis, want het gefluit begon weer (…), de Pater ging daarna naar het weeshuis en deelde in de schuilkelder de H. Communie uit. (…) Tegen drie uur werd het wat minder. Onder het bidden van het rozenhoedje kwam een Zuster uit het weeshuis in de kelder, (van het klooster) met de uitroep: ´De Engelsen zijn bij ons in de kelder, we kunnen ze niet verstaan, gauw een paar Zusters om met hen te kunnen praten´.(…) ´Het achterhuis was al ´Engels, ´t voorhuis nog Duits´.
(Het St. Agnesgesticht aan de zijde van de Zuid-Willemsvaart 177 was al bevrijd, dit was nog niet het geval met het klooster in de Hinthamerstraat 164).Wat de schuilkelder betreft: Onder Huize St. Agnes zijn geen grote kelders aangetroffen, er was alleen een kleine kelder onder de oude keuken.8 Waarschijnlijk zijn tijdens de bevrijding in de oktoberdagen van 1944 de twee grote kelderruimten gebruikt van de Bank van Lening, die vanaf de binnenplaats van het St. Agnesgesticht makkelijk toegankelijk waren, via twee poortjes. In het St. Agnesgesticht verbleven er 72 voogdij- en weesmeisjes in 1940, in 1941 waren er 78. Het jaar daarna 75 en volgens de gecombineerde Staat van 1944/’45 woonden er 82.9 Naoorlogse jaren: Huize St. AgnesVanaf 1948 werden alleen meisjes van 4 tot 16 jaar in het St. Agnesgesticht ondergebracht. Het was een ´Voogdijhuis voor meisjes´. Er woonden 61 meisjes in het jaar 1950. Dit jaar werd de naam van het huis veranderd in St. Agneshuis of Huize Sint Agnes. In 1953 werd het zogenaamde ´gezinssysteem´ ingevoerd in het Huis St. Agnes, zoals blijkt uit het hierna volgende jaarverslag.Elk jaar stuurt de directrice van Huize St. Agnes (of de overste van het klooster) een verslag over het afgelopen jaar naar het Bestuur van de Godshuizen. Over het jaar 1953 schrijft Zuster Simplice Mommers, onder meer het volgende:10
Wij brengen ook nog bijzondere dank aan onze ijverige Regent, de Heer Th. Jansen die er steeds op uit is om de nodige verbeteringen in St. Agnes aan te brengen. Ook gaat onze dank uit naar de Heer S. Zijlmans en de Heer Th. van Halder die altijd klaar staan om te helpen waar het enigszins mogelijk is. (…) Op de binnenplaats zijn bloembakken aangebracht waardoor deze binnenplaats een vrolijker aanzien kreeg. En eind juli werd er een begin gemaakt met de verbouwing van brood- en spreekkamer. We hebben nu een flinke broodkamer met een opschuifraam in de gang zodat de kinderen niet meer in de broodkamer komen. In de broodkamer zijn flinke rekken gemaakt, een nieuw tafel onder de brood- en vleesmachine, dat is werkelijk een verbetering. Ook de spreekkamer is er op vooruit gegaan. De bezoekers staan er verwonderd over dat achter zo´n sombere gevel zulk een keurige, enigszins modern gemeubileerde spreekkamer te vinden is. Alles wordt nu geverfd. (…) Op 3 februari werden in St. Agnes 26 evacués opgenomen. De eerste dagen waren ze wat teruggetrokken. Het waren bijna allemaal protestanten. Ze vonden het schijnbaar niet erg leuk in een katholieke omgeving en dan nog wel bij Zusters. Maar al spoedig voelden ze zich bij ons goed thuis. Op 26 februari heeft de Kinderrechter, vergezeld van haar secretaresse en de Officier van Justitie, een bezoek gebracht aan onze inrichting. Begin juni vierden onze kinderen het gouden kloosterfeest van Moeder Overste. Bij deze gelegenheid speelden onze meisjes voor het College van Regenten. Mej. Tilman beloofde haar een uitstapje naar de Efteling. In deze speeltuin hebben groot en klein zich kostelijk vermaakt. Op 6 oktober hebben meneer Jansen, onze rector, Mej. v.d. Bruggen, Moeder Overste en enkele Zusters van de afdelingen een bezoek gebracht aan Huize Nazareth waar men reeds enige tijd het gezinssysteem had ingevoerd. Dit bezoek is voor ons zeer leerzaam geweest. De kinderen krijgen meer verantwoordelijkheidsgevoel, de groten leren voor de kleineren zorgen, en de kinderen uit een gezin blijven bij elkaar. Onze lokalen leken ons wel geschikt en wij besloten ook in deze richting te gaan werken. De zaal van de kleinsten kon gemakkelijk in twee huiskamers verdeeld worden door schuifdeuren die reeds aanwezig waren. De waranda van de middelafdeling was ook zeer geschikt voor een kamer en zo zijn we begin november begonnen met drie huisgezinnen, 2 met 11 kinderen en 1 met 12. Nu, eind december kunnen we niet anders zeggen dan dat het goed gaat. De kinderen hebben nu meer een gezinsleven. De kinderen zelf vinden het ook gezellig en de Zusters zouden de oude toestand niet meer terug willen. (…) Vrijdag 20 november hebben we Rijksinspectie gehad. Mej. Melchior arriveerde om ruim 10 uur.´
In het verslag worden nog de volgende feiten over dat jaar opgesomd: De inspectrice, Mej. Melchior, spreekt over de tijdelijke opname van kinderen die in de thuissituatie niet verzorgd kunnen worden. Daar bestaat een steeds grotere behoefte aan. Over het gezinssysteem is ze zeer te spreken, ze ziet wel graag dat het zakgeld verhoogd wordt zodat de meisjes ook zelf voor hun kapsel kunnen zorgen. Om 13.00 uur is zij zeer voldaan vertrokken. Verder wordt in het verslag gesproken over de geestelijke verzorging, die is toevertrouwd aan de heer L. Verhoeven, pr., kapelaan in de St. Jacobsparochie, die vaak op bezoek komt en ook op verjaardagen de meisjes bezoekt die in betrekking zijn. Van 14-17 jaar zijn de meisjes lid van de Maria-garde en ouderen van de Maria-Congregatie. Vijftien meisjes namen deel aan de retraite op de Huishoudschool. Wat de lichamelijke verzorging betreft: er waren twee meisjes met geelzucht die op de ziekenkamer verpleegd konden worden. De huisarts en tandarts worden gecomplimenteerd, Dr. Mensen en Dr. Korthals. Over de ontspanning wordt gezegd: de balletlessen zijn favoriet, elke woensdag gegeven door Mej. v.d. Bruggen. De Zondagse dansles gaat altijd door! En wat de ontwikkeling betreft: na de lagere school volgt de huishoudschool en de interne vervolgopleiding in diverse instellingen voor gezondheidszorg. Er zijn zo´n 12 meisjes in betrekking bij gezinnen in de stad. De namen en adressen staan in het verslag vermeld. De gezinnen betuigen hun grote tevredenheid. Een enkel meisje mocht naar huis, omdat ´vader in de ouderlijke macht was hersteld´. Een ander kind werd door de Kinderbescherming overgeplaatst omdat de opleiding hier was voltooid. Tenslotte dankt Zuster Simplice, die al 73 jaar is, in haar jaarverslag het College van Regenten voor alle steun en laat weten dat het Huis met 60 meisjes aan het eind van het jaar echt niet méér kinderen kan opnemen. Ook staan de namen in het verslag van de 10 Zusters, die werken in Huize St. Agnes, met hun diploma´s en akten. (Hoofdakte, Huishoudkunde, Coupeuse, Kinderbescherming, Fröbel, enz.) Ook zorgen Zusters in de mangelkamer, in het washuis en in de keuken. Op 31 december waren er 44 voogdijkinderen, waarvan 10 voogdijkinderen van regeringswege. Zakgeld, reisgeld, examengeld en ontspanning en verrassingen worden verantwoord.Uit dit jaarverslag blijkt dat na de oorlog de kinderen niet meer door de Armenzorg en kerkelijke instellingen worden verwezen naar Huize St. Agnes, maar door Overheidsdiensten. Maar meestal zonder anamnese: ´zoek het maar uit, Zusters´, zal de gedachte zijn geweest. In het jaar 1955, op 15, 19 en 26 juni, vindt de feestelijke herdenking plaats van het eeuwfeest van Huize St. Agnes. De presidente en secretaris van de Godshuizen, Mevrouw A. Tilman en de Heer Zijlmans, versturen de uitnodigingen. Op 15 juni wordt de H. Mis opgedragen door de bisschop van ’s-Hertogenbosch, Mgr. W. Mutsaerts, in de kapel van het St. Antoniusgesticht, in de Hinthamerstraat 164. De feestpreek wordt gehouden door de rector van het Huis, de heer L. Verhoeven en het koor van de meisjes zingt de Mis ´In honorem Angelorum´ van Lod. De Voght. Daarna volgen de receptie en verschillende muzikale uitvoeringen. Op 19 juni is er feest voor de meisjes die in Huize St. Agnes wonen en op 26 juni volgt het feest voor de oud-pupillen. Het speelverhaaltje ´Lotje´ van Anton v.d. Velde wordt opnieuw opgevoerd, zoals op 19 juni. De uitvoering door de meisjes van het huis staat onder regie van de Zusters en de kostuums zijn vervaardigd door de bewoonsters van Huize St. Agnes. 1963: Er wordt door de Godshuizen een nieuwe Regent voor Huize St. Agnes aangesteld, na het overlijden van de heer Zijlmans. Zuster Gaudine Hollewand, van het washuis en later van de broodkamer van Huize Agnes en vervolgens van de broodkamer van het klooster, kwam te overlijden. Ze werd 83 jaar. Kapelaan L. Verhoeven die jarenlang rector van Huize Agnes was geweest nam afscheid. Op 5 november konden de vernieuwde kamers en de nieuwe kamers op de vroegere zolder in Huize Agnes bezichtigd worden. ´Op 6 januari 1964 gaat Zuster Heleni (Mennen) over van de kleuterschool naar het mooie, maar moeilijke werk op Huize Agnes´, zo staat te lezen in de Kroniek van de Congregatie. De Zusters die in Huize St. Agnes werken, gaan in 1968 in de Hinthamerstraat 204 wonen. Dit huis werd door De Godshuizen gekocht voor de zusters van het ´Kindertehuis´. Het einde van het tehuis voor wees- en voogdijkinderenIn 1968 wordt Zuster Augusta Vriens directrice van het Tehuis voor Voogdij- kinderen, voor jongeren die aan de ouderlijke macht onttrokken waren. In 1972 werd het huis bestuurd door de ´Stichting Maatschappelijk Welzijn´.Vanaf 1974 wordt Huize St. Agnes nog een aantal jaren gebruikt als internaat voor jongens en meisjes tot 8 jaar, maar het wordt van lieverlee overbodig. De kinderen verhuizen naar het ´Jeugdcentrum De Vliert´. Zuster Augusta blijft er nog vele jaren werken. Het Jeugdcentrum heeft dependances in de Seringenstraat en Johan van de Veldestraat. Met verschillende groepen jongeren. Het hoofdgebouw staat aan de Boterweg. De instelling heet sinds een fusie in 2002: ´Oosterpoort, regionale instelling voor jeugdzorg´. De Bossche Kraakgroep bezet Huize Sint AgnesOp 11 januari 1979 meldt het Brabants Dagblad:
´De Bossche Kraakgroep heeft gistermiddag om 12 uur opnieuw een groot pand in Den Bosch gekraakt. Om precies 12 uur ´namen´ zestig krakers Huize St. Agnes aan de Zuid-Willemsvaart 177´.
Huize St. Agnes stond ongeveer twee jaar leeg en is eigendom van de Stichting Maatschappelijk Welzijn van het Centraal Bureau Godshuizen, dat kantoor houdt aan het Muntelbolwerk 1 in ’s-Hertogenbosch. Voorzitter van De Godshuizen F. van den Eerenbeemt sr. zei dat het gebouw nog volop in gebruik is als opslag voor de diverse tehuizen van De Godshuizen, maar de krakers vinden alleen enig oud meubilair.11 Er is ook veel glasschade, maar de krakers gaan meteen aan de slag met herstelwerk en schoonmaak en oordelen dat veel ruimten en de hele benedenverdieping voor bewoning ´geschikt´ zijn.De krakers stellen een eisenpakket op, gericht aan de Gemeente. De krakers beschuldigen de Gemeente van nalatigheid in de zorg voor betaalbare woonruimte voor studenten. ´In een toelichting op de kraakactie wijst de kraakgroep erop dat vooral de jonge kamer- en woningzoekenden zich overgeleverd voelen aan de praktijken van de dure particuliere huismarkten. De huren op de particuliere huizenmarkt zijn de laatste jaren peperduur geworden´, zo staat in het Brabants Dagblad. Er werden wel steeds meer studenten voor Hoger Beroepsonderwijs naar de stad gelokt, maar de beschikbare woonruimte bleef achter. De krakers hopen dan ook ´dat De Godshuizen medewerking willen verlenen aan de aankoop door de Gemeente van het pand en het geschikt te maken voor permanente bewoning´. Na twee dagen, op 12 januari 1979 wordt het ´nonnenhuis´ op de binnenplaats (dat is de vroegere directeurswoning van de Bank van Lening die in 1938 door het St. Agnesgesticht in gebruik was genomen) ook gekraakt, na enig gespartel met de ´harmonie´ (het ’s-Hertogenbosch’ Muziekkorps), die daar een repetitieruimte in gebruik had. De Broederschap van O.L. Vrouw van Den Bosch heeft er ook partituren en muziekinstrumenten opgeslagen voor de Plechtige Mariaommegang. Al sinds 1983 werd getracht een plan voor de verbouwing van Huize Agnes van de grond te krijgen. In dat jaar bestempelde de toenmalige staatssecretaris Brokx dit project tot experiment, op advies van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV). Uiteindelijk werd het gebouw in juli 1987 door de Godshuizen verkocht aan S.W.H. (Stichting Wonen ´s-Hertogenbosch) voor een bedrag van ƒ 275.000,-. Vanaf eind 1988 is er maandelijks overleg gaande tussen de ´Bewonersvereniging Huize Agnes blijft´ (dit is dus de oude kraakgroep die nu legaal de huizen bewoont), de woningbouwvereniging S.W.H. en Renz Pijnenborgh, architect van Buro Archiservice. De totale kosten voor het geschikt maken voor bewoning belopen twee en een half miljoen gulden. In juli 1989 nam SWH 32 woningen in exploitatie. Zowel aan de Zuid-Willemsvaart 177 als aan de Schilderstraat is een toegang, voor de één- en tweepersoons huishoudens. De woningbouwvereniging heet ondertussen ´Zayaz´ en verhuurt nu de wooneenheden. De tweede oplevering volgde in 1990. De olietanks op de binnenplaats zijn verwijderd en het pleintje is geëgaliseerd. Let eens op de beschildering van de gevels aan de buitenzijde. Het is een warme en gezellige woonplek geworden. De naam Agnes, verwijzend naar de jonge maagd en martelares uit de vierde eeuw, wordt met eerbied door de huidige bewoners gebruikt. De Bewonersvereniging Huize Agnes Blijft heeft nog een zeer toepasselijke afspraak gemaakt met de Woningbouwvereniging Zayaz. Die overeenkomst is ook in de Statuten van de vereniging opgenomen. Die heeft te maken met de geschiedenis van het Huis, waar altijd kinderen hebben gewoond. Ook heden ten dage zullen er altijd kinderen in het huis mogen wonen. Daarvoor zijn de grotere ruimten gereserveerd. De kinderen hebben op het binnenplein ook een prachtige speelgelegenheid, te midden van veel groen en zangvogeltjes.
Bijlage 1Contract uit 1855, gesloten tussen de Regenten van de Godshuizen en de Congregatie van de Zusters van TilburgContract van het Gesticht ´s Bosch Extract uit het Register der Notulen van het Kollegie van Regenten over de Godshuizen en den Algemeenen Armen te ´s Bosch. Vergadering van vrijdag den 6 april 1855. Het lid Mr. Sassen geeft verslag van de vergadering van de pogingen door hem aangewend ter erlanging van een geschikt dienstpersoneel in het Gesticht voor arme vrouwen, meisjes en kinderen beneden de zeven jaren, bij ons besluit van 28 februari jl. opgerigt, waarop de vergadering naar aanleiding van zijn voorstel heeft besloten, het opzigt en het huishoudelijk beheer van het gesticht op te dragen aan de Zusters van Liefde van den H. Antonius van Padua alhier onder de navolgende voorwaarden:
Voor eensluidend uittreksel, Tilburg 4 juni 1855. De controleur bij voornoemd Kollegie (get.) W.A.J. Wulfingh Het stuk behelzende de voorwaarden bepaald door UEdel Achtb. In de vergadering van vrijdag den 6 April ll. Waarop het opzigt in huishoudelijk beheer van het Gesticht voor arme vrouwen, meisjes en kinderen beneden de 7 jaar, aan de Zusters van het Gesticht van den H. Antonius van Padua wordt aangeboden, is door mij in der tijd ontvangen en nagezien, waarna ik de Eerw. Moeder van genoemd Gesticht van den H. Antonius heb verzocht, den Wel Edelen Heer Stassen, namens mij, voorloopig bekend te maken dat ik genoegen neem met de gestelde voorwaarden. Bij deze heb ik de eer ter kennis van UEdelachtbare te brengen dat het bovengenoemd voorstel van 6 April, door mij is aangenomen en de dienst van het Armengesticht door de Zusters op de door UEd.Achtbare vastgestelde voorwaarden, zal verrigt worden.
De Algemeene Overste der Congregatie van de
Zusters van Liefde (get.) M.B. van Haagen. Aan de Heeren Regenten over de Godshuizen en den Alg. Armen te ´s Bosch Voorwaarden waarop het beheer van het armengesticht voor vrouwen, meisjes en kinderen zou opgedragen kunnen worden.
Indien het beheer door de Eerwaardige Moeder aangenomen wordt dan is het gebruikelijk, dat haar eigen huis de volgende voorrechten geniet: a) vleesch tegen de aannemingsprijs thans 42 centen het Ned. Pond, brood uit de eigen bakkerij van de gestichten tegen den prijs der granen, bvb. het roggebrood, zooals het in de kwaliteit bij de bakkers niet te krijgen is, thans 11 cents het Ned. Pd. enz. gratis medicijnen en waarschijnlijk ook gratis geneeskundige hulp voor allen, zeker voor de zes Zusters, enz. Bijlage 2 |
Noten | |
1. | Zie bijlage 1. |
2. | Zie ´Staat van het personeel der Congregatie´ in het archief van de Congregatie, Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, Kloosterlaan 24 te St. Agatha. |
3. | Zie Wouters 1968 p. 147 e.v. |
4. | Zie Ester Vink in: Schoon schamel schilderachtig p. 48. |
5. | Kroniek van het St. Antoniusgesticht. Congregatie van Zusters van Liefde van O.L. Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, St. Agatha. |
6. | Ester Vink in: Schoon schamel schilderachtig p. 45. |
7. | Archief van de Congregatie, St. Antoniusgesticht ´s-Hertogenbosch in Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven in St. Agatha. |
8. | Vriendelijke mededeling van Suzanne van der Steen, lid van de ´Bewonersvereniging Huize Agnes Blijft' in oktober 2014. |
9. | Zie ´Staat van het personeel der Congregatie´ archief SCMM, Oude Dijk 1 in Tilburg. |
10. | Stadsarchief ´s-Hertogenbosch: Archief Godshuizen, Bedelingsfonds (309) inv. nr. 265. |
11. | Archief Kraakgroep, geraadpleegd bij Gertjan van Beijnum, in het kraakpand ´De Paap´. |
Bronnen | |
• | Uit het archief van de Congregatie van de Zusters van Liefde, van O.L. Vrouw Moeder van Barmhartigheid, Kroniek van het St. Antoniusgesticht, aanwezig in het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, in St. Agatha. |
• | Ester Vink, in: Schoon schamel en schilderachtig, de geschiedenis van de huisvesting van handwerkslieden, hoeren en huurders in de Schilderstraat te 's-Hertogenbosch, ´s-Hertogenbosch 2008. |
• | Th. A. Wouters: Van verheffing naar begeleiding deel XII van Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland, Tilburg 1968. |
• | Gertjan van Beijnum, Papenhulst 24 Archief van de Kraakgroep 's-Hertogenbosch. |
• | Suzanne van der Steen Bewonersvereniging Huize Agnes Blijft, interview. |
2010 |
Jan SmitsZuid Willemsvaart 177-179. Voormalig Huize Sint Agnes.in: Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant (2010) 522 |
|
2022 |
Theo van de ZandeGerenoveerd weeshuis is hip, creatief en bovenal betaalbaar
Brabants Dagblad, dinsdag 18 oktober 2022 | Regio 2-3
|
1910 | St. Antoniusgesticht |
1928 | St. Agnesgesticht |
1948 | St. Agnesgesticht (voogdijhuis voor meisjes) |
1974 | Huize St. Agnes (internaat voor meisjes en jongens tot 8 jaar) |